1435 15 OKTOBER 1981 vragen. De eerste concrete vraag die moet worden gesteld is hoe lang dit zal gaan duren. De wethou der heeft gezegd dat we pas op de plaats moeten maken in verband met de bezwaren en dat we in verband daarmee de bestemmingsplanprocedure moeten stopzetten. We moeten echter ook met iets nieuws beginnen en gezien alle procedures die moeten wor den gevolgd zullen we mijns inziens eens moeten gaan opschieten. Op geen enkel punt heeft de wet houder concreet de gevolgen aangegeven. Ik heb on der meer ook gevraagd hoe lang het nog zal duren voordat kan worden begonnen met de woningbouw door de woningbouwvereniging Laurentius, waarvoor naar ik meen de procedure al zeer ver is gevorderd. Met name vroeg ik in eerste termijn welke vertraging die woningbouw zou kunnen oplopen vanwege het voorbereidingsbesluit dat wij nu zullen nemen. De wethouder heeft vervolgens gezegd dat de motie overbodig is, omdat het college zelf ook van mening is dat de bewoners bij de procedure moeten worden betrokken. Ik ben uiteraard blij met de toezegging van de wethouder dat hij de be woners hierbij zal inschakelen. De heer Ten Wolde wil overigens in dit verband een onderscheid ma ken tussen vaste bewoners en niet-vaste bewoners. Graag zal ik van hem horen wat hij daarmee pre cies bedoelt. De heer VAN DONGEN: Ik denk dat daarmee het zelfde wordt bedoeld als met toekomstige bewoners! De heer VAN DE STEENOVENDe toekomstige be woners vormen weer een aparte groep. De heer VAN DONGEN: Daar hebt u altijd de mond van vol! De heer VAN DE STEENOVEN: Daarbij gaat het om een ander onderwerp, dat mijns inziens nu niet aan de orde is. Overigens ging ik in op een op merking van de heer Ten Wolde.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1435