15 OKTOBER 1981
1444
verklaring en sterke benadrukking?
Wethouder VAN DUN: Ik mag misschien even mijn
zin afmaken. Ik vind de motie overbodig, temeer
daar de intentie achter het voorbereidingsbesluit
gelijk is aan de bedoelingen van de motie.
De heer Van de Steenoven heeft gevraagd hoe
lang het zal gaan duren, waarmee hij vermoedelijk
doelde op de duur van het voorbereidingsbesluit.
In principe zal het een jaar gelden of zo veel
korter als mogelijk is, maar verlenging van het
voorbereidingsbesluit is óók mogelijk. Ik kan niet
van te voren inschatten of het proces met de bewo
ners tot resultaten zal leiden en het zou ook niet
netjes zijn als ik daarover iets zou voorspellen.
Op de vraag hoe het zal gaan met de sociale
woningbouw kan ik antwoorden dat wijomdat wij
dit voorbereidingsbesluit nemen, gebruik zullen
moeten maken van de artikel-19-proceduredie de
heer Van de Steenoven bekend is
De heer Van de Steenoven moet het voorts
niet doen voorkomen alsof het iets nieuws is dat
wij de bewoners hierbij zullen betrekken.
De heer Garritsen verspreidt weerberichten
die niet op juistheid berusten. Hij sprak over
mistige constateringen, maar ik vind dat gewoon
flauwekul, want ik meen dat hetgeen ik in eerste
en in tweede instantie heb gezegd glashelder is.
Wij worden niet schichtig van 160 bezwaarschriften,
gans niet, maar mede gelet op de nota stadsver
nieuwing die we binnenkort gaan bespreken hechten
wij aan een zo goed mogelijk in redelijkheid ver
lopend stadsvernieuwingsproces.
De heer Garritsen beschuldigt mij van volks
verlakkerij voor wat betreft De Lange Stallen door
op te merken dat ondanks de gedane toezeggingen
het bestemmingsplan voor dat gebied al is afge
rond. Formeel kan ik de heer Garritsen mededelen
ik klap nu uit de schooldat het college afge
lopen dinsdag op mijn voorstel heeft besloten
voor het gebied Achter de Lange Stallen een