1445 15 OKTOBER 1981 voorbereidingsbesluit te nemen, om dezelfde reden waarom dat voor het onderhavige gebied gebeurt. De heer GARRITSEN: Het was mijn voorstel om voordat te termijn van het voorbereidingsbesluit om zou zijn een notitie uit te brengen. In de com missie algemene zaken is met de heer Van Epen daarover gepraat, maar die kwestie is niet afge rond. Wethouder VAN DUN: De heer Garritsen citeert wel eens wat onzorgvuldig, maar ik wil toch zorg vuldig aanhalen wat hij zojuist heeft gezegd. Hij stelde dat er een bestemmingsplan gereed is, maar ik deel nu mee dat wij hebben besloten de raad voor de volgende vergadering een voorbereidings besluit toe te zenden, op grond van de motieven die ook voor dit voorbereidingsbesluit gelden. De heer VAN DE STEENOVENIk wil nog graag een stemverklaring afleggen. In eerste termijn heb ik al gezegd dat het voorbereidingsbesluit door ons wordt gesteund, alleen al om het gebied ruim telijk te beschermen. Voorts handhaven wij onze ondersteuning van de motie. De bezwaren die door het C.D.A., de V.V.D. en de wethouder tegen de motie naar voren zijn gebracht vinden wij opge klopt. Er is geen sprake van een motie van wan trouwen, maar er wordt gewoon aangedrongen op het verschaffen van duidelijkheid naar de bewoners toe en wij vinden het zeer hard nodig dat dit in het kader van een stadsvernieuwingsproces gebeurt, zeker gezien het feit dat deze aangelegenheid al een paar jaar loopt. De heer TEN WOLDE: Ik wil er toch wel even op wijzen dat de P.v.d.A. op dat punt geen alleen recht heeft. De wethouder heeft heel nadrukkelijk gezegd dat in de richting van de bewoners duide lijkheid zal worden gegeven. Overigens zal ik nog graag een antwoord horen op mijn vraag waarom het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1445