1447
15 OKTOBER 1981
De heer OOMEN: Ik kan hierover kort spreken,
omdat wij in de commissie algemene zaken reeds
uitgebreid over dit onderwerp hebben gediscussi
eerd.
Onze fractie vindt de aanpak zoals die door
het college wordt voorgesteld juist. Op een vier
tal terreinen, namelijk wonen, werken, welzijn en
milieu, zullen de uitgaven worden bezien. In het
voorstel wordt gesproken over "hoogste prioriteit"
en "topprioriteit", maar wij willen u verzoeken
de vier terreinen alle vier evenveel zwaarte te
geven
Vervolgens wil ik enkele zaken in uw aan
dacht aanbevelen, die op dit moment nog niet in
begrotingsposten zijn vertaald. Onzes inziens die
nen zij toch te worden bekeken en mogen zij niet
onder de tafel verdwijnen. Ik doel dan op zaken
die te maken hebben met mentaliteitsverandering,
democratisering van het gemeentelijk apparaat en
plannen die voortvloeien uit het programakkoord
en waaraan nog vorm moet worden gegeven.
Wij wachten met belangstelling de inventari
satie af. Naast het door u genoemde en het stel
len van prioriteiten zal daarbij ook moeten worden
bezien of er nog zogenaamd dor hout kan worden
gekapt, derhalve of bepaalde activiteiten kunnen
worden afgebouwd.
Wij moeten nog wel een voorbehoud maken voor
wat betreft de uitslag van de inventarisatie. Wij
zullen te zijner tijd nog bezien hoe onze keuze
zal uitpakken. Wanneer wij gaan afwegen wat wij
wel of niet moeten snijden en op welke punten wij
wel en op welke wij niet moeten bezuinigen, zul
len wij daarbij onder andere het gestelde op blad
zijde 3 van het programakkoord in acht moeten ne
men. Met betrekking tot de verantwoordelijkheid
van de raad wordt daar gezegd dat wij de zorg
voor de gehele samenleving hebben, met extra aan
dacht voor de achtergebleven groepen. Ter voorko
ming van de opmerking dat wij altijd over dat punt
doordrammen en de vraag wie wij hiermee bedoelen,