1455 15 OKTOBER 1981 De heer GARRITSEN: Kan de heer Taks dit wat nader toelichten? Heeft hij het over C.D.A.-leden of over andere leden? De heer TAKS: ...stimulerend werken, en de verleiding zal groot zijn om de ombuigingsperiode over de verkiezingen heen te tillen. De V.V.D.- fractie zou dit bijzonder betreuren, omdat naar onze mening de kiezers er recht op hebben op 2 juni van het volgend jaar te weten wat de Bredase partijen aan besnoeiingen voor hen in petto heb ben. Wij zijn van opvatting dat het college tot een unaniem voorstel voor het heroverwegingsplan moet komen. Als vervolgens de raad, in elk geval de fracties waarop het college steunt, nog vóór de verkiezingsdag over het heroverwegingsplan over eenstemming bereiken, is daarmee niet alleen de basis gelegd voor de begroting-1983maar ook de vertrouwenbasis voor de volgende zittingsperiode. Als die overeenstemming onverhoopt mocht uitblij ven, is in elk geval toch nog politieke duidelijk heid geschapen bij het scheiden van de markt. De heer GARRITSEN: Ik meen dat het bij dit punt gaat om het maken van een politieke keuze. Mijns inziens is het onze taak oppositie te voeren tegen de bezuinigingspolitiek die door de rijks overheid wordt gevoerd. Naar mijn mening is dat de enige manier om de gevolgen voor Breda van die politiek enigszins te verlichten. Als echter al leen door Breda oppositie wordt gevoerd, zullen we het niet halen, zodat méér steden oppositie dienen te voeren tegen het beleid zoals dat werd gevoerd en zoals het mogelijk ook in de komende periode zal worden gevoerd. Op het moment waarop de budgetverdeling-1981 in de raad aan de orde kwam, lag er een motie van de Partij van de Arbeid op tafel om in de richting van Den Haag druk uit te oefenen en de bezuinigingspolitiek die de toen malige regering voerde aan te vallen en af te wij zen. Gisteren zei de heer Van de Steenoven in de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1455