28 OKTOBER 1981
1466
Dat is ook niet te verwonderen, want die nota is
een kasstuk van het programma-akkoord. Het is een
lijvig boekwerk geworden met een indrukwekkende
hoeveelheid feiten, gegevens en beschouwingen over
talloze aspecten van het volkshuisvestingsbeleid.
Op gevaar dat ik niet alleen zal herhalen wat ik
al heb gezegd, maar ook nog zal gaan zeggen wat ik
reeds heb herhaald, constateer ik andermaal dat de
compositie van de nota niet in elk opzicht even
gelukkig is. Zij is eigenlijk meer een optelsom
van deelnota's, al moet ik daar wel bij zeggen
dat het voortreffelijke deelnota's zijn. De samen
hang tussen de hoofdstukken is niet altijd even
duidelijk
Bijlagen en verwijzingen hebben mij, als eenvou
dig lezer, soms tot wanhoop gebracht, dat zeg ik
u eerlijk. De vorm van de nota moge zich dan lenen
tot enige kritiek, de inhoud ervan vergoedt even
wel veel, om niet te zeggen alles. De lezer wordt
uiterst grondig geïnformeerd over alles wat met
wonen en bouwen in Breda te maken heeft. Boven
dien mondt het geheel uit in een bijzonder helder
en bijzonder samenhangend preadvies. Ik trek dan
ook de conclusie dat al met al aan de opdracht,
zoals die is vervat in het programma-akkoord
1978 - 1982, volledig is voldaan. De toenmalige
vertegenwoordiger van de Partij van de Arbeid
ik hoop dat ik het goed zeg de heer Hendrik-
sen, heeft dit zeer terecht reeds geconstateerd
in de gezamenlijke commissievergadering van 18
juni. Namens het C.D.A. kan is dus stellen dat het
geen in de nota staat datgene is waarvan wij ver
wachten dat het daarin zou worden behandeld en
geconcludeerd, op grond van de programma-afspra
ken. De eerst verantwoordelijke wethouder, de
heer Van Dun, verdient volgens de C.D.A.-fractie
dan ook alle lof voor dit enorme stuk werk, in
welke lof ik gaarne zijn ambtenaren wil betrekken.
Ik wil op slechts enkele kernpunten van dit
geheel ingaan. Hét kernpunt is natuurlijk het wo
ningbouwprogramma. Dit programma is taakstellend,