28 OKTOBER 1981
1470
de wethouder, mevrouw Paulussen, in de commissie
vergadering van 14 oktober medegedeeld dat er in
principe overeenstemming was bereikt, maar voorts
dat er een laatste bespreking zou plaatsvinden
op 27 oktober. De C.D.A.-fractie vertrouwt er
gaarne op dat de resultaten van die bespreking
gunstig zijn geweest, hetgeen zou betekenen dat
onder andere de problemen van woningbeheerwoning
verdeling en woningtoewijzing zouden zijn geregeld,
maar graag horen wij van u mededelingen omtrent het
resultaat van dat zo belangrijke overleg.
Voorts moet nog worden genoemd het overleg
met de institutionele beleggers. Uit de stukken
blijkt dat de makelaars bereid zijn het beleid van
de gemeente en de corporaties in het algemeen te
onderschrijven. Mijn conclusie kan dan ook zijn
dat via overleg een situatie is ontstaan die in
voering van de Woonruimtewet '47 op dit moment over
bodig maakt. Dat betekent bovendien dat we geen
extra financiële druk op de beperkte gemeentelijke
middelen leggen.
Ik wil vervolgens nog enkele opmerkingen
over andere aspecten van de nota maken, waarbij
ik in de eerste plaats zal ingaan op de verkoop van
woningwetwoningen. Voor de C.D.A.-fractie en voor
het C.D.A. in het algemeen geldt in elk opzicht dat
niet de juridische status en niet de financierings
sector, maar de sociale functie van de woning be
slissend is. Vanuit dat oogpunt dienen de vraag
stukken dan ook in het algemeen te worden benaderd.
Het is natuurlijk mogelijk bij verkoop van woning
wetwoningen het verdiende geld operationeel te
maken, wederom in de sociale sector. De huurprijs
van nieuwe woningwetwoningen komt gemiddeld ergens
tussen de 500,tot 550,per maand uit,
terwijl voor bestaande woningen in het algemeen
sprake is ik geef dit slechts heel grof aan
van een lagere huur, gemiddeld van 300,tot
350,per maand. Dit betekent voor-onze fractie
dat wij in deze tijd, waarin wij streven naar ma
tiging van lonen, prijzen en huren en waarin de