1473
28 OKTOBER 1981
met betrekking tot het volkshuisvestingsbeleid
waarover we vandaag praten vormen een schrille
paradox. Enerzijds zijn er 8.300 woningzoekenden
in Breda ingeschreven, van wie duizenden urgent,
anderzijds weten we dat er 1.300 werklozen in de
bouw, alleen al in de regio Breda, zijn ingeschre
ven, dat reeds vele jaren lang verscheidene ter
reinen, zeg maar vele terreinen, braak liggen
waarop bij wijze van spreken morgen kan worden
gebouwd, en dat bovendien ook in Breda miljoenen
guldens aan spaargelden, verzekeringsgelden en
zovoorts opnieuw moeten worden belegd. Voor bui
tenstaanders is dit een onbegrijpelijke situatie.
Waarom is met deze randvoorwaarden 35 jaar na de
oorlog de woningnood nog steeds niet opgelost?
Wij hebben vanavond slechts beperkte spreektijd
en dit laat een uitvoerige analyse van het ont
staan van deze situatie niet toe. Wij moeten ons
derhalve beperken tot conclusies.
De Partij van de Arbeid concludeert dat zon
der stringente planning van de overheid op het
gebied van woningbouw, beheer en toewijzing het
probleem van de woningnood niet kan worden opge
lost. Het is gebleken dat de particuliere sector
het enorme aandeel dat zij ook in Breda toegewe
zen heeft gekregen ter oplossing van de woning
nood niet heeft kunnen waarmaken. Met name de
Bredanaars met de lagere inkomens zijn hierdoor
in de kou blijven staan. De Partij van de Arbeid
bepleit al jaren een grotere greep van de over
heid op de volkshuisvestingssector door meer wo-
ningwetbouw, het opkopen van panden in stadsver
nieuwingsgebieden en het verbeteren daarvaneen
centrale toewijzing, een optimaal gebruik van de
Woonruimtewet 1947, uitgifte van grond in erf
pacht enzovoorts. Voor een deel vinden we deze
punten terug in het programakkoord en in het pre
advies bij de nota Volkshuisvesting, dat nu aan
de orde is. In het preadvies wordt aangekondigd
dat men in de komende vijf jaar aanzienlijk meer
sociale woningbouw in Breda wil gaan plegen.