28 OKTOBER 1981 1478 De VOORZITTER: Misschien kunt u deze lange interruptie nu afronden. De heer SCHURING: Ik wil u nog graag bijval len, mijnheer de voorzitter. Namens het college zegt namelijk de wethouder dat aan het politieke voornemen een aantal haken en ogen vastzit; hij zegt dat namens het college, dus namens u. Dat lijkt mij heel duidelijk. De VOORZITTER: Ik neem aan dat de heer Van de Steenoven zijn betoog nu weer zal kunnen voort zetten. De heer VAN DE STEENOVEN: Ik ben geen wis kundige, zodat ik met de wiskundeles van de heer Ten Wolde wat problemen heb, al zou ik er mis schien wel iets van kunnen leren. Wel ben ik historicus en in verband daarmee heb ik leren le zen. Ik kan u zeggen dat ik in de nota Volkshuis vesting helemaal geen percentages heb gelezen. In het preadvies worden percentages genoemd, maar in de nota Volkshuisvesting worden aantallen ge noemd. Ik heb de heer Schuring gevraagd of het feit dat de C.D.A.-fractie met de realisering van 5.200 woningen akkoord gaat tevens betekent dat naar de mening van het C.D.A... De heer SCHURING: Er kunnen alleen vragen aan het college worden gesteld, maar ik wil die vraag wel beantwoorden. De VOORZITTER: Mag de heer Van de Steenoven nu eerst uitspreken? De heer VAN DE STEENOVENOnze fractie zal het bijzonder op prijs stellen wanneer van de kant van het C.D.A. de vraag wordt beantwoord of naar zijn mening met alle macht moet worden ge probeerd de 5.200 woningen te realiseren in de differentiatie zoals die in de nota Volkshuis-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1478