1479
28 OKTOBER 1981
vesting is opgenomen, hetgeen inhoudt dat van dat
aantal 2.700 woningen in de woningwetsfeer zullen
worden gerealiseerd en ruim 1.200 woningen in de
premiehuursfeerDat is voor de Partij van de
Arbeid de essentiële vraag.
Ook het college roept enige twijfel op, want
enerzijds spreekt het duidelijk over de politieke
wil om in vijf jaar tijd de kwantitatieve woning
nood van de laagst betaalden op te lossen, maar
anderzijds stelt het dat het door de omstandighe
den gedwongen tot dit uitgangspunt is gekomen.
Wij vragen ons daarom af of het college dit be
leid nu echt wil, of dat er een ander beleid zal
worden gevoerd wanneer de woningmarkt aantrekt.
Het antwoord op deze vraag is voor ons essentieel
en het zal van dat antwoord afhangen of wij met
de nota kunnen instemmen, welke nota op ver
scheidene punten niet zo ver gaat of zelfs haaks
staat op Partij van de Arbeid-opvattingen. Ik
noem bijvoorbeeld de kwestie van de erfpacht.
In de nota wordt vrij gemakkelijk de hele erf
pachtkwestie afgedaan. Er worden enkele voor- en
nadelen van erfpacht genoemd, die op zichzelf
helder zijn weergegeven, en ik kan u zeggen dat
voor ons de voordelen overwegen. In geval van
erfpacht houd je zeggenschap over de grond je
blijft er feitelijk eigenaar van en kun je
speculatie tegengaan, terwijl eventuele winsten
ten goede komen aan de gemeenschap. Over dit punt
willen wij een tweede motie indienen.
Ook het gestelde omtrent invoering van de
Woonruimtewet 1947 geeft niet datgene aan wat
wij als fractie graag hadden gezien. Onze fractie
is al zo ver dat volgens ons invoering van de
Woonruimtewet 1947 al kan worden aangevraagd. Wij
wachten natuurlijk de besprekingen zoals die in
de nota zijn aangekondigd met belangstelling af.
Het kan zijn dat het resultaat daarvan onze op
vattingen inzake de invoering van de Woonruimte
wet 1947 zal doen wijzigen, maar op dit moment
zijn wij van mening dat zij kan worden ingevoerd.