1485
28 OKTOBER 1981
mag worden gesproken, gelet op het bewegend ver
leden, de veranderende mens, de veranderende popu
latiesamenstelling, de onzekere toekomstige ont
wikkelingen, de inzakkende bouwmarkt, voorspel
lingen die worden achterhaald, aannames die ver
keerd blijken te zijn geweest en op gezette tijden
politieke partijen die een nieuw wensengebied
hebben en plotseling een geweldige druk zetten op
de vraagzijde van de woningmarkt. Enige relative
ring is hierbij naar mijn mening derhalve op haar
plaats. Het college spreekt dan ook van een mo
mentopname en een taakstellend programma met de
gegevens van dit moment. Het voornemen is in
1986 de kwantitatieve woningnood te hebben opge
lost, met alle beschikbare middelen. Ik meen dat
met name het laatste voor tweeërlei uitleg vat
baar is. Zult u alle andere beleid opzij zetten
en wilt u alles in de volkshuisvesting steken?
In het kader van de HUG-operatie is bepaald dat
aan vier terreinen prioriteit moet worden gegeven,
namelijk aan wonen, werken, welzijn en milieu,
zodat ik meen dat een deel van de beschikbare
middelen naar andere sectoren zal moeten gaan dan
de volkshuisvesting. Wel zullen alle middelen
die wij politiek daadwerkelijk aan de volkshuis
vesting ter beschikking willen stellen dienen te
worden aangewend. In die zin kan mijn fractie de
doelstelling volledig onderschrijven. Of alle
beschikbare middelen voldoende zullen zijn om de
ze doelstelling te halen blijft voorlopig een on
beantwoorde vraag, want de contingentering zal
daarbij nog een zeer belangrijke rol spelen. Op
basis van diezelfde kanttekening spreekt u over
continu bijstellen van het beleid.
Ik ben van mening dat externe factoren de
woningmarkt hebben doen instorten. Welk perspec
tief heeft het college om de effecten daarvan te
verminderen? U wilt tijdelijk een extra accent
op de sociale-woningbouwsector leggen, welke
sector tot 1986 zelfs tot 72% wordt gebracht.
Wij konden zojuist constateren dat de Partij van