1487
28 OKTOBER 1981
De heer TEN WOLDE: Er is mijns inziens geen
sprake van een ander beleid. De V.V.D. is nog
steeds van mening dat geldt voor de landelijke
V.V.D. en voor onze fractie dat wij moeten pro
beren het percentage koopwoningen sterk te ver
groten, dit met name om de taakstelling van de
gemeente te minimaliseren; dit staat trouwens
ook in het collegeprogram. Wij kunnen hier wel
een betoog houden waarin wij ons richten tot de
rijksoverheid en aandringen op het toewijzen van
meer contingenten. Ik zal straks ook vragen...
De heer GARRITSEN: Dat wordt juist door de
landelijke V.V.D. gezegd.
De heer TEN WOLDE: De heer Garritsen moet
even luisteren naar wat ik zeg. Ik ben van me
ning dat onze groeistadfunctie door de rijksover
heid sterk zal moeten worden ondersteund, maar dat
neemt niet weg dat daarvoor dan ook middelen be
schikbaar moeten zijn; dat is het probleem waar
mee wij steeds als gemeente worden geconfronteerd.
Wij moeten erop aandringen dat het beschikbaar
stellen van middelen vanuit de rijkspot wordt ge
maximaliseerd, maar ik neem aan dat de realiteit
wel eens zou kunnen tegenvallen, met name gelet
op het ombuigingsbeleid dat in de komende jaren
zal moeten worden gevoerd. Ik vind dat wij dit
ook als gemeentelijke overheid reëel onder ogen
moeten zien. Wij kunnen wel zeggen dat een deel
moet worden verschoven naar de rijksoverheid,
maar wij zullen ook moeten beseffen dat er wel
eens minder middelen beschikbaar kunnen komen dan
wij minimaal nodig hebben om voor een periode van
tien jaar de exploitatieopzet rond te kunnen
krijgen. Terecht wordt mijns inziens door het
college gesteld dat overleg tussen de gemeente
en het rijk noodzakelijk is teneinde extra con
tingenten in verband met onze groeistadfunctie
los te peuteren, met als doel de oorspronkelijke
exploitatie-opzet van met name de Haagse Beemden