28 OKTOBER 1981 1488 enigszins boven water te krijgen. Terecht heeft mijn fractiegenoot Van Asseldonk er voorts op ge wezen dat wij niet dwars door alle bestemmings plannen heen kunnen fietsen met betrekking tot de percentages van de verschillende woningtypes. U signaleert zelf al dat het brengen van wijziging daarin vertragingen kan meebrengen en vertragingen kunnen wij nu net niet gebruiken als wij op korte termijn bepaalde aantallen woningen willen reali seren. Daarnaast geldt nog een ander argument, dat ik met name in de richting van de Partij van de Arbeid naar voren wil brengen. Van die kant wordt altijd gepraat over rechtszekerheid ten aanzien van de bestemmingsplannen. Wij kunnen die rechtszekerheid, die doelbescherming niet zomaar omver kegelen. Ook de STAR is op dit punt erg duidelijke Wij zullen er ook goed op moeten toe zien dat voor wat betreft de Haagse Beemden van een wervend woonmilieu sprake blijft; er zal daar een kwalitatief goed woonmilieu tot stand moeten worden gebracht. Hiermee wil ik overigens niets zeggen over de kwaliteit van de sociale-sector- bouw die daar wordt gerealiseerd. In elk geval is ook voor dat gebied differentiatie in de bevolkingsopbouw geboden, opdat wij tot een evenwichtige stedebouwkundige opzet zullen komen. De doelstelling van het college om de snelheid erin te houden voor de categorieën waarvoor dat nog mogelijk is heeft onze volledige instemming. Het blijft ons devies dat moet worden gebouwd waar dat mogelijk is, waarbij van ons best wat heilige regeltjes in de zin van bouwvoorschriften of regels betreffende verwarming omver mogen wor den gekegeld. Wanneer grote aantallen worden ge bouwd zal de woningnood worden gelenigd. Nieuwe bouwtechnieken aan het begin van mijn betoog heb ik 'in de richting van de wethouder daarover al iets gezegd financieringsopeningen en bepaalde financieringsregelingen kunnen best per spectieven bieden om de aantallen te bouwen wonin gen, ook in de sociale sector, te doen toenemen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1488