1501
28 OKTOBER 1981
moeten nemen. Dadelijk zal ik ten aanzien daarvan
een aantal heel duidelijke voorbeelden aandragen,
die ik in moties heb vastgelegd. In feite is het
de kern van de zaak dat wij als overheid greep op
het geheel moeten krijgen. Het is heel duidelijk
dat wij het niet mogen overlaten aan de vrije on
dernemingsgewijze productie. Op dit moment hebben
de opdrachtgevers, de bouwers en de speculanten
vrij spel en als dat zo blijft zullen we nooit een
oplossing bereiken en in de malaise blijven zitten.
Het is voorts heel belangrijk dit betreft een
wat beperktere benadering, die op Breda betrekking
heeftdat wij als raadsleden de ontwikkeling
kunnen volgen. Ten aanzien van de diverse plannen,
Leuvenaarstraat/Middellaan, Beijerd/Vlaszak, Ach
ter de Lange Stallen enzovoorts, zullen wij veel
meer controlerend moeten kunnen optreden. Wij zul
len veel beter moeten worden geïnformeerd over wat
er gebeurt, over de bottlenecks en de knelpunten,
opdat wij eerder kunnen ingrijpen. Het mag niet zo
zijn dat wij uitsluitend aan het eind van het jaar
kunnen constateren dat het programma weer niet is
gehaald, om vervolgens te besluiten dat we vrolijk
zullen doorgaan.
Ik wil voorts een aantal kernpunten naar vo
ren brengen, ten aanzien waarvan ik moties wil in
dienen. Ik heb al heel duidelijk gezegd dat er he
lemaal niets van deugt, welke constatering ik, wat
netter geformuleerd, in een motie heb neergelegd.
Naar mijn mening is het noodzakelijk dat dit eens
in de raad van Breda wordt uitgesproken. Ik moet
constateren ditzelfde constateert de Partij van
de Arbeid in haar nota, waar zij zich, blijkens de
uitlatingen van de heer Crul in de laatste commis
sievergadering, volledig achter stelt— dat in de
nota Volkshuisvesting geen gericht samenhangend
beleid is te ontdekken, de afzonderlijke hoofd
stukken als los zand aan elkaar hangen en de ge
meenteraad een lege huls krijgt voorgeschoteld,
zodat naar mijn oordeel het te voeren beleid dient
te worden afgekeurd. De Partij van de Arbeid heeft