28 QKTQBER 1981
1512
wij met die aspecten rekening hebben te houden. Ik
mag niet vooruit lopen op de behandeling van de
moties, maar toch wil ik nu al pleiten voor elke
unanieme uitspraak van de raad, die tegen de ach
tergrond van dit woningbouwprogramma de positie
van het college bij de onderhandelingen zo sterk
mogelijk maakt. Ik geloof dat het niet juist en
ook niet nodig zou zijn nu nader in te gaan op de
vraag wat het streekplan beoogt en waar het het
woningbouwprogramma kan beschadigen, terwijl het
mijns inziens ook niet nodig is nu de vraag aan de
orde te stellen hoe het precies zit met de rijks-
contingenteringenwant ik meen dat dat al bekend
is. Voorts moge het bekend zijn ik wil dat nog
maals in deze openbare vergadering naar voren
brengendat waar door het college in het kader
van de woningdifferentiatie met betrekking tot de
exploitatie-opzet wordt gesproken over een aantal
financieringscategorieën, helaas door te weinig in
zicht in de periode 1986-1990 wordt gesteld dat,
teneinde de exploitatie-opzet juist te kunnen in
dienen in het kader van de eindafrekening bij het
rijk, dient te worden teruggegrepen op de in het
structuurplan vermelde verdeling in woningsoorten,
dit alleen omwille van de exploitatie-opzet.
Wat zullen wij samen gaan doen, uitgaand van
dezelfde uitgangspunten, in het kader van het wo
ningbouwprogramma? Heel goed moet worden vastge
legd dat de raad elk halfjaar van ons een rappor
tage zal krijgen voorgelegd die aangeeft hoe de
zaken erbij staan. Voorts schrijven wij in feite
ieder jaar met u samen in december een nieuwe nota
volkshuisvesting, een nieuw woningbouwprogramma,
gebaseerd op de situatie van steeds een jaar ver
der. Naarmate we grensoverschrijdend bij '85 gaan
werken, zullen we ons politiek moeten gaan uit
spreken over de differentiatie vanaf 1986, als dat
mogelijk is met nog meer materiaal in de hand dan
we nu hebben. Ik vraag me af of daarvoor een on
derzoek zal moeten worden ingesteld omwille van
het onderzoek. Ik meen dat we ook de vinger aan de