1519 28 OKTOBER 1981 woningbehoefte te voorzien, de suburbanisatie tegen te gaan en de regionale en randstedelijke overloop op te vangen; - dat het (concept)streekplan voor West-Brabant, uitgaande van groeiregio's, deze taakstelling -en daarmede het woningbouwprogramma- dreigt te ondergraven; - dat de hogere overheden, door de plaats van Breda in het verstedelijkingsbeleid, mede de verantwoordelijkheid hebben bij te dragen aan de oplossing van de problemen, die Breda thans bij de realisering van taakstelling en woning bouwprogramma ondervindt; spreekt als zijn mening uit: dat van die hogere overheden verwacht mag worden, dat zij middels gerichte maatregelen de uitvoe ring van groeistadtaakstelling en woningbouwpro gramma veilig stellen, en draagt het college van burgemeester en wethou ders op deze motie en besluiten met spoed ter ken nis te brengen van regering, kamerfracties en het provinciaal bestuur, en gaat over tot de ordd van de dag." De heer VAN DE STEENOVEN: Wij zullen inder daad onze motie intrekken ten gunste van de geza menlijk ingediende motie. De VOORZITTER: De moties 1 en 2 zijn hiermee ingetrokken en daarvoor in de plaats is een nieuwe motie gekomen, die u allen reeds bekend is. Wethouder VAN DUN: In het verlengde van' het geen voor de pauze door mij is gezegd kan nu het standpunt van het college over de moties naar vo ren worden gebracht, waartoe ik mij ook zal beper ken, zij het dat ik nog wel wil ingaan op de vra gen die mevrouw Den Ouden heeft gesteld, en die de besluitvorming betroffen. Ik meen dat haar eerste vraag op besluit I 24 betrekking had. Terecht

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1519