1523 28 OKTOBER 1981 ■deze motie ontraden, dit op basis van twee motie ven. Er bestaat nergens in Nederland een perfect onderzoekssysteem voor de materie waarom het hier gaat. In eerste termijn heb ik geprobeerd te zeg gen dat wij zullen trachten in het kader van deze nota Volkshuisvesting, het bouwprogramma en wat daarbij komt op basis van de indicaties die we op dit moment hebben en andere zaken die geen onder werp van perfect onderzoek zullen uitmaken ons werk te doen zoals dat is beloofd. Ik heb zo net een ambtelijke notitie gekregen die mijn toezegging in verband met motie 6 betreft Het ambtelijk apparaat schijnt in de problemen te komen als daarbij geen datum wordt vermeld. Ik neem aan dat hierover niet opnieuw beraad van het college nodig is. De uitwerking van de motie in de geest waarin zij is gesteld mag wellicht in de commissie plaatsvinden. De heer SCHURING: Het standpunt van het C.D.A inzake de verschillende moties vloeit rechtstreeks voort uit hetgeen ik in eerste instantie heb ge zegd. De heer VAN DE STEENOVEN: Mijn fractie is verheugd over de duidelijke taal die wethouder Van Dun namens het college heeft gesproken over de po litieke wil van het college om het woningbouwpro gramma zoals dat in de nota is aangegeven uit te voeren. De wethouder heeft gezegd dat het college daartoe al het mogelijke zal doen, ook wanneer de koopwoningenmarkt weer zou aantrekken. Voor de Partij van de Arbeid is de realisering van de 2.700 woningen uiterst belangrijk. Zoals u weet brengt de Partij van de Arbeid al jaren naar voren dat het aantal woningwetwoningen in Breda moet worden opgevoerd. Wij zijn er blij om dat er toch qua aandacht voor die categorie een duidelijke verandering heeft plaatsgevonden in het beleid zo als dat door de gemeente wordt gevoerd. In het verleden is altijd gezegd de V.V.D. zegt dat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1523