28 QKTQBER 1981 1526 dadelijk nog de gelegenheid krijgen om in tweede termijn te spreken. De heer VAN DE STEENOVEN: Er is sprake van een verschil in benadering tussen de Partij van de Arbeid en de V.V.D. Gegeven het aantal woningzoe kenden en gezien de gegevens over de inkomens van de mensen die staan ingeschreven, constateren Wij dat die mensen alleen behoorlijk kunnen worden ge huisvest als wordt gezorgd voor voldoende betaal bare huurwoningen in de woningwetsfeer en daarom hechten wij zo veel waarde aan de 2.700 woningwet woningen. Wij stellen dan ook ik meen dat het C.D.A. dat nu ook heeft gezegddat al het moge lijke moet worden gedaan om ervoor te zorgen dat het opgestelde plan wordt gerealiseerd. Als ik de heer Ten Wolde goed heb begrepen hij kan het da delijk nog corrigeren als ik het fout hebhoudt de V.V.D. nog een heleboel slagen om de arm. In feite wordt van die kant gezegd dat wanneer er op de bestemmingsplannen veel geld zou moeten worden toegelegd het nog maar zeer de vraag is of de V.V.D. dan nog wel achter het gestelde in het pre advies zal kunnen staan. Ik heb al gezegd dat onze fractie verheugd is over datgene wat van de kant van het college is gezegd. Het zal inderdaad een hele tour zijn om het ambitieuze plan zo mogen we het toch wel noe menwaar te maken. Wij van onze kant zullen daartoe al het mogelijke doen en wij verwachten dat dat ook zal gebeuren door het C.D.A.door het college en hopelijk ook door de V.V.D., die in we zen toch ook met het plan instemt. Wij zullen de ontwikkeling nauwkeurig volgen. Verder zijn wij blij met de toezegging dat wij om het halfjaar een evaluatie te zien zullen krijgen. Wij zullen daar van zeker gebruik maken om onze visie op de pro blemen te geven. Voor wat betreft de kwestie van de Woonruim- tewet 1947 ik kom daarop dadelijk nog terug in verband met de motieszijn wij eigenlijk nu al

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1526