1527
28 OKTOBER 1981
principieel van mening dat die wet moet worden in
gevoerd. Aan de andere kant hierin verschillen
wij van opvatting met de P.S.P.kunnen wij, wan
neer een stap in de goede richting wordt gezet,
gezien onze minderheidspositie akkoord gaan met
een compromis waarin wij een stukje van ons zelf
herkennen. Wij vinden dat beter dan helemaal niets
doen of alleen maar roepen dat de anderen het zo
fout doen. Wij willen op dit moment afwachten wat
de gesprekken met de makelaars opleveren. Overi
gens wil ik nog wel vragen hoe die gesprekken ver
lopen en op welke termijn wij uitsluitsel kunnen
verwachten. Hebben we ook, voor het geval deze
kwestie door de makelaars op de lange baan wordt
geschoven, een soort van deadline, in die zin dat
bijvoorbeeld 1 januari als uiterste datum wordt
voorgehouden en dat bij overschrijding daarvan be
paalde maatregelen zullen worden getroffen?
De heer GARRITSENIn de nota van de Partij
van de Arbeid-fractiedie door de gehele fractie
wordt onderschreven, is duidelijk het een en ander
gesteld ten aanzien van de Woonruimtewet '47 en
dat is iets anders dan datgene wat in de nota van
het college daarover staat.
De heer VAN DE STEENOVEN: Er zijn wel meer
punten waarop de nota van het college afwijkt van
hetgeen wij in onze nota's hebben weergegeven.
De heer GARRITSEN: Het gaat er mij om dat de
Partij van de Arbeid een nota heeft uitgebracht
waar de fractie unaniem achter staat. Nu moet ik
echter constateren dat die fractie ten aanzien van
een aantal punten haar eigen standpunten niet meer
ondersteunt.
De heer VAN DE STEENOVEN: Hoewel dat misschien
niet de juiste volgorde van behandeling is, wil ik
nu eerst iets zeggen over de eerste motie van de
P.S.P. In die motie staat dat de nota van het