28 QKTQBER 1981 1528 college onsamenhangend is en in zijn toelichting heeft de heer Garritsen opgemerkt dat de Partij van de Arbeid het wel met die motie eens zal zijn, omdat zij in haar paarse nota ook heeft gesteld dat de nota van het college onsamenhangend is en dat het daarin aan visie ontbreekt. Ik denk dat dat in eerste instantie ook wel juist is, want de nota zoals die is gepresenteerd De heer GARRITSEN: Maar niet in tweede in stantie I De VOORZITTER: Mag de heer Van de Steenoven nu de moties behandelen? De heer VAN DE STEENOVEN: Mijns inziens is het in eerste instantie waar dat de nota onsamen hangend is; dat heeft zelfs de heer Schuring in zijn eerste termijn gezegd. Het preadvies bevat echter een stuk samenhang en een stuk politieke visie. Op zichzelf ben ik het met de heer Garrit sen eens dat er in feite andersom zou moeten wor den gewerkt. Als Partij van de Arbeid menen we echter dat we niet constant over de procedure moe ten blijven praten, maar dat we vooruit moeten. Het preadvies heeft een verbetering in het geheel teweeg gebracht doordat het een visie op tafel legt, wat een stap vooruit betekent. Datgene wat het college ons heeft gepresenteerd stemt niet voor 100% overeen met hetgeen de Partij van de Ar beid wil, maar dat zou ook niet mogelijk zijn ge weest met een college waarin drie sterk uiteenlo pende partijen samenwerken. Wij kunnen ons echter wel voor een deel in de nota herkennen en daarom verwerpen we de motie ook, omdat die in feite af wijzing van de totale nota betekent. Ik wil nu weer teruggaan naar de amendementen van de V.V.D. U zult begrijpen dat wij het amende ment inzake de verkoop van woningwetwoningen af wijzen, in de eerste plaats omdat wij van mening zijn dat we elke huurwoning hard nodig hebben. De

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1528