1531 28 OKTOBER 1981 gesproken over de noodzaak om de totale woonlasten zo laag mogelijk te houden, omdat het voor de men sen een steeds nijpender probleem wordt om die woonlasten op te brengen. In motie 7 wordt door de P.S.P. voorgesteld bij voorrang woningen voor één- en tweepersoons huishoudens in de Haagse Beemden te gaan realise ren, met gebruikmaking van de verruimde subsidie regeling. In principe zijn wij het ermee eens dat met die verruimde regeling meer één- en tweeper soonswoningen in de Haagse Beemden dienen te wor den gerealiseerd dan tot nu toe. Aan de andere kant kunnen wij echter niet de praktische conse quenties overzien van het nu doen van de nadrukke lijke uitspraak dat aan dergelijke woningen in de eerste woonbuurt in de Haagse Beemden voorrang moet worden gegeven. Dit zou namelijk kunnen bete kenen dat plannen, waarvan de voorbereiding al in een vergevorderd stadium verkeert, alsnog moeten worden opgehouden teneinde een wijziging in die zin te kunnen aanbrengen. Wij zouden geen moeite hebben met een uitspraak in algemene zin dat er meer één- en tweepersoonseenheden zouden moeten worden gebouwd, óók in de Haagse Beemden. De heer GARRITSEN: Ik zal graag even een ver duidelijking van de heer Van de Steenoven horen. Gaat het hem met name om het eruit halen van de eerste woonbuurt? Er vindt een behoorlijke concen tratie van één- en tweepersoonshuishoudens in de binnenstad plaats en het lijkt mij goed dat er een verplaatsing tot stand wordt gebracht, met name in de richting van de Haagse Beemden. Op dit moment worden al veel bestemmingsplannen omgezet, waarbij ook woningwetwoningen ter sprake komen. Ik ben van mening dat in het kader van de omzetting van be stemmingsplannen ook de woningen voor één- en twee persoonshuishoudens kunnen worden meegenomen. De heer VAN DE STEENOVEN: Nu de heer Garrit- sen deze nuancering heeft aangebracht komt het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1531