1533
28 OKTOBER 1981
Woonruimtewet 1947, een kwestie waarover ik in
eerste termijn al uitvoerig heb gesproken. Zoals
ik al heb gezegd willen wij de afspraken met de
makelaars afwachten, zij het dat één lid van onze
fractie zo'n principiële voorkeur heeft voor het
invoeren van de Woonruimtewet 1947 en er zozeer
van overtuigd is dat daartoe nu moet worden over
gegaan, dat hij voor de motie zal stemmen.
Ten aanzien van motie 10 wil ik hetzelfde op
merken dat ik zojuist bij een andere motie al heb
gezegd. Ook de democratisering van het gemeente
lijk woningbedrijf is een punt dat in het verkie
zingsprogramma van de Partij van de Arbeid was op
genomen. Met betrekking daartoe zijn door het col
lege toezeggingen gedaan en aan die democratise
ring wordt ook gewerkt. Wij willen daarom de gang
van zaken bij de dienst afwachten en bij de begro
tingsbehandeling daarop nader ingaan. Op dit mo
ment willen wij niet als een olifant door de por
seleinkast gaan lopen.
De laatste motie dringt aan op het verrichten
van een onderzoek naar de verschillende soorten
van woningmarktonderzoeken om op basis van de uit
slag van dat onderzoek te bezien hoe het volks
huisvestingsbeleid nader kan worden geconcreti
seerd. Wij hebben zelf niet zo veel behoefte aan
een onderzoek naar onderzoeken, want wij hebben
hooggespannen verwachtingen van de verbeteringen
welke zullen gaan plaatsvinden bij de centrale re
gistratie. Men heeft grote plannen, waarbij de in
schrijving zal geschieden via gestandaardiseerde
formulieren, waardoor wij veel mensen en veel ac
tueler gegevens zullen verkrijgen over de woning
behoefte. Over woningmarktonderzoeken hebben wij
altijd twijfels gehad. De heer Garritsen zal zich
nu vermoedelijk afvragen hoe wij dan met de ons
voorgestelde plannen akkoord kunnen gaan. In wezen
beschikken wij nu inderdaad over gebrekkig cijfer
materiaal, maar aan de andere kant wachten wij al
zo lang en zullen nu dan ook verder moeten gaan.
Het woningbouwplan willen wij daarom accepteren,