1543 28 OKTOBER 1981 houden van woningmarktonderzoeken moeten overgaan, omdat die gebrekkige gegevens opleveren. Terecht heeft de heer Van de Steenoven opgemerkt dat de onderbouwing van de nota eigenlijk maar heel mager is. Ik vind dat hij daarover dan ook een uitspraak moet doen, waarbij hij stelt dat de basis van de nota niet goed is. Ik wil daarom deze motie in stemming zien gebracht. Ten aanzien van motie 10, die de democrati sering van het woningbedrijf betreft, is gesteld dat die zou moeten worden teruggenomen. Ik vind het een beetje jammer dat het C.D.A. zich daarover helemaal niet heeft uitgesproken, aangezien wel vaak is gesproken over de democratisering van wo ningbouwverenigingen, terwijl het C.D.A. het, nu het over het eigen woningbedrijf gaat, helemaal laat afweten. Van de kant van de Partij van de Ar beid is gezegd dat deze motie bij de begrotings behandeling aan de orde zou moeten komen, omdat om een aantal praktische redenen democratisering van het gemeentelijk woningbedrijf binnen de door mij aangegeven termijn niet mogelijk is. De Partij van de Arbeid had echter drie jaar geleden dat punt al in haar verkiezingsprogramma staan, even als de P.S.P. Ik meen daarom dat nu toch wel een motie mag worden ingediend waarin wordt gesteld dat die democratisering per 1 januari 1982 dient te worden gerealiseerd. Wij mogen dat punt niet steeds weer voor ons uit schuivenwant dat getuigt van slecht beleid. Naar ik heb begrepen zal één lid van de Par tij van de Arbeid voor motie 9 stemmen. Ik vind het erg jammer dat de overige leden van die frac tie tegen zullen stemmen, met name tegen de ach tergrond van het standpunt dat de Partij van de Arbeid altijd ten opzichte van dit punt heeft in genomen. De Woonruimtewet 1947 zal toch eindelijk eens moeten worden ingevoerd en die invoering mag niet opnieuw verder vooruit worden geschovenwant dan lopen we achter de feiten aan. Ik ben ertoe bereid motie 8 terug te nemen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1543