1545
28 OKTOBER 1981
steunen, en ik had ook niets anders verwacht.
Het standpunt van de Partij van de Arbeid ten
aanzien van de eerste motie die ik heb ingediend
verbaast mij in hoge mate. Zij is nota bene strijd
baar de verkiezingen ingegaan, ervan uitgaande dat
de nota Volkshuisvesting het noodzakelijke moest
opleveren. De Partij van de Arbeid constateert nu
ook zelf
De heer VAN DE STEENOVENZit de heer Garrit-
sen hier nu alleen maar om de Partij van de Arbeid
te bekritiseren of spreekt hij toch wel over het
totale beleid?
De heer GARRITSEN: Ik heb het over het beleid
en over de opstelling van uw partij in dezen. Wij
hebben jarenlang gezamenlijk actie gevoerd voor
een aantal dingen en de Partij van de Arbeid heeft
zelf een aantal nota's opgesteld waarin zaken
staan die in mijn moties zijn verwoord. Het gaat
daarbij om overwegingen die ook in de laatste nota
van de Partij van de Arbeid zijn te vinden; ik heb
die overwegingen letterlijk overgenomen. Nu laat
de Partij van de Arbeid echter al de uitspraken
die zij in het verleden heeft gedaan keihard val
len. Van haar eigen nota stelde de Partij van de
Arbeid in de laatste commissievergadering dat zij
daar unaniem achter stond. Nu ik echter met moties
kom die overwegingen uit die nota bevatten zegt
zij dat het niet meer klopt. Ik vind dat de Partij
van de Arbeid nu de politieke geloofwaardigheid.
De heer VAN DE STEENOVEN: De heer Garritsen
bedrijft politiek met een sjabloontje. Zijn stand
punt zit in een sjabloontje en als er een nota
wordt uitgebracht bekijkt hij of het sjabloontje
daar precies op past. Als dat het geval is stemt
hij voor, maar indien het niet precies klopt is
hij tegen. Ik meen dat daarin ook het bestaans
recht van de P.S.P. is gelegen, maar voor de Par
tij van de Arbeid ligt het anders. Enerzijds