28 OKTOBER 1981 1546 bepalen wij onze doelstellingen, die aangeven hoe het voor ons ideaal zou zijn, maar anderzijds be seffen we, gezien de politieke verhoudingen en al lerlei praktische problemen, dat wij onze doelstel lingen nooit in één keer zullen halen. Bij alles wat ons wordt voorgelegd beoordelen wij dan ook of het een stap in de goede richting betekent. Wij hebben ook de bereidheid om een compromis te slui ten. De nota die voor ons ligt is niet voor 100% overeenkomstig onze wensen, die wij onder andere in een paarse nota hebben vastgelegdmaar bete kent wel een stap in de goede richting, reden waar om wij met de nota van het college akkoord gaan. De heer Garritsen wil dat kennelijk niet begrijpen. De heer SCHURING: De Partij van de Arbeid heeft een nota ingediend waaraan de heer Garritsen een groot aantal moties heeft kunnen ontlenen. Ik vind daarom dat hij toch wel wat vriendelijker te gen de Partij van de Arbeid kan zijn! De VOORZITTER: Wil de heer Garritsen nu een poging doen om zijn betoog af te ronden? Ik meen dat hij daarmee al bezig was. De heer GARRITSEN: De Partij van de Arbeid kiest dus voor een opstelling waarbij zij bereid is haar eigen nota's en haar eigen in het verleden ingenomen standpunten in te slikken en met heel kleine stapjes akkoord te gaan. Ik vind dat zij dan met haar nota hetzelfde moet doen wat ik met betrekking tot haar verkiezingsprogramma heb gead viseerd. Ik heb de Partij van de Arbeid daarvoor namelijk eens een prullenbak aangeboden, want daarin horen dat verkiezingsprogramma en in feite ook haar nota thuis. Die prullenbak moet dus maar eens voor de dag komen. De heer VAN DE STEENOVEN: Wij laten onze nota niet vallen, want wij blijven streven naar datgene wat daarin staat. Iedere partij geeft aan wat haar

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1546