28 OKTOBER 1981 1548 Het zal duidelijk zijn dat ik ook tegen het tweede amendement van de V.V.D.inzake artikel 56, ben. Ik vind dat dat artikel zo min mogelijk moet worden toegepast, dus hoe zwaarder dat middel wordt gemaakt, hoe beter het is. Wethouder VAN DUN: Het zicht op de interne politieke strategie van twee socialistische par tijen was erg boeiend, maar leidt waarschijnlijk niet. De heer GARRITSEN: Een sociaal-democratische en een socialistische! Wethouder VAN DUN: Ach ja, ik vergis me steeds weer! Toch zie ik het verschil nu weer duidelijker! Ik meen echter dat dit zicht niet behoeft te lei den tot beantwoording van de kant van het college, wat mijns inziens eveneens kan worden gezegd over de discussie tussen de heren Van de Steenoven en Ten Woldeal wil ik daarover toch nog één ding opmerken. Er is vandaag al heel wat gebeurd, maar ik meen mij toch te herinneren dat ik de heer Ten Wolde vanmorgen heb ontmoet. Als hij echter iets heeft horen zeggen over de heer Van Dam en de con- tingentering, moet hij bij een andere opening zijn geweest. Ik heb vanmorgen wél opgemerkt dat ik be grip heb voor het standpunt van Van Dam, die heeft gesteld dat hij er met het nieuwe kabinet niet in zal slagen in vier jaar tijd de woningnood op te lossen. De heer TEN WOLDE: Dat bedoelde ik ook. Wethouder VAN DUNDan hebben we elkaar toch gezien! Ik wil vervolgens van onze kant het laatste woord spreken over het woningbouwprogram en het meer- en minderwerk in dat verband. Ik heb een en andermaal geprobeerd te betogen kennelijk is dat ook wel overgekomendat de 5.200 woningen een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1548