1549 28 OKTOBER 1981 hard gegeven zijn. De discussie tussen de heren Ten WoldeSchuring en Van de Steenoven betreft het volgende punt. Indien de woningmarkt zou aan trekken, hetgeen zou leiden tot het bouwen van meer woningen, is er in de eerste plaats geen sprake van op voorhand inverdienen de heer Van de Steenoven heeft terecht opgemerkt dat dat in de nota staatterwijl wij dan voorts meer wo ningen zullen bouwen in een differentiatie die de raad alsnog zal moeten vaststellen. Persoonlijk heb ik in de commissie de kanttekening daarbij ge plaatst dat mijns inziens gelet op het programak koord, waarin staat dat wij goede huizen voor alle Bredanaars willen bouwen, daarin meer dan nu het geval is ook de vrije sector zal participeren. De raad zal evenwel het programma dat dan moet worden opgesteld vaststellen. De heer OOMEN: U zegt dus niet bij voorbaat dat de extra woningen, boven de 5.200 woningen, in elk geval vrije-sectorwoningen zullen worden, maar dat de raad dan zal beslissen over de differentia tie. Wethouder VAN DUN: Natuurlijk.' De raad stelt toch de woningbouwprogramma's vast? Dat hebben we nu juist een paar maanden geleden tegen elkaar ge zegd De heer Van de Steenoven heeft nog een vraag in mijn richting gesteld met betrekking tot de ma kelaars. Ik geloof dat wij die makelaars niet moe ten isoleren, omdat het gaat over de woningbouw verenigingen én de makelaars. Die laatsten hebben in het gesprek op het gemeentehuis verklaard ertoe bereid te zijn zich voor wat betreft de goedkope woningen te voegen in de gemeentelijke systematiek welke bereidheid van het begin af aan aanwezig was Mevrouw Paulussen heeft verheugende mededelingen kunnen doen over het bereikte akkoord met de wo ningbouwverenigingen. De beide gemaakte afspraken zullen moeten worden uitgewerkt en in januari

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1549