12 NOVEMBER 1981
1571
waar het gaat om de veronderstelling van materieel
voordeel van bestuursleden.
Eveneens op zondagavond ik ga niet chrono
logisch te werk, want anders wordt de raad horen
dol en komt de spreektijdbeperking in gevaar
heeft het bestuur van Sint Laurentius het eerder
genoemde collegelid gevraagd in de gerezen situa
tie tussen personeel en bestuur te bemiddelen. Ik
heb gemeend niet op dit verzoek te kunnen ingaan.
Weliswaar immers kan worden gezegd dat de betrok
ken portefeuillehouder, zoals hem werd toegedacht,
iets van het Bredase volkshuisvestingsbeleid en
van woningbouwverenigingen weet, maar hij voldoet
naar mijn mening niet aan de eis van het bestuur,
inhoudende dat hij blanco in de situatie zou moe
ten staan. De raad en het college staan niet blan
co in de situatie: wij zijn gewoon partij.
Die zelfde nacht is er een gesprek met het
bestuur van Sint Laurentius gevoerd waarin wij
hebben geprobeerd elkaar van de bezorgdheid over
de situatie te overtuigen. Uiteraard kan men
straks nadere informatie vragen, maar ik wil nu
dit onderdeel van mijn betoog afsluiten met de na
volgende opmerking. Uit de bezetting en uit het
gesprek met het bestuur zijn ons dingen bekend ge
worden die ons tevoren niet in dezelfde mate be
kend waren en wij hebben daarin een reden gezien
en dat staat naar mijn mening in deze discussie
centraal voor het beleggen van een extra colle
gevergadering op maandag. Het resultaat van die
vergadering is geweest dat wij die zelfde morgen
een telexbericht naar de minister van volkshuis
vesting hebben gestuurd; van dit telexbericht zijn
de raadsleden, zij het zonder begeleidende brief,
zo spoedig mogelijk in kennis gesteld. In het be
richt sprak het college op basis van een colle-
gebesluit een grote bezorgdheid uit over het
tussen bestuur en personeel gerezen conflict, als
mede over het waarde-oordeel dat het personeel
over het zittende bestuur had. Afgezien van zijn
bezorgdheid over perspublikaties aangaande