1574 12 NOVEMBER 1981 personeel. Het personeel heeft zich in verontrus ting tot het gemeentebestuur en anderen gewend, het heeft gesproken met een vertegenwoordiger van het college en het heeft zich doen vertegenwoor digen door de Unie B.L.H.P., die een aantal ge sprekken heeft gevoerd, ook met het college. De bezorgdheid van het personeel heeft ertoe geleid dat de nationale woningraad, het gemeentebestuur van Nieuw-Ginneken en ons college het als een on derdeel van de opdracht aan de interimbestuursle den beschouwen dat heel nadrukkelijk met de eisen van het personeel rekening moet worden gehouden. De eisen van het personeel zullen bespreekbaar moeten zijn en invulbaar bij het aanstellen van een nieuwe directeur en van nieuwe bestuursleden en bij het opstellen van nieuwe statuten: activi teiten waarbij men zal worden betrokken. Ik meen dat het college, zonder dat het de primaire ver antwoordelijkheid draagt, een bijdrage heeft gele verd tot de oplossing van het conflict met het personeel. Volgens mijn informatie zou, mede als gevolg daarvan, maar vooral ook dank zij de grote inspanningen van de nationale woningraad, de be drijfsbezetting vanmiddag geëindigd zijn. Het laatste punt waarop ik wil ingaan is het moeilijkste; ik zal er kort over zijn. Het colle ge spreekt in het telexbericht aan de minister grote bezorgdheid uit over mogelijke malversaties. Ik zeg hierbij dat je pas later beseft wat er in zo'n periode op je af is gekomen en ik moet een beperking aanbrengen door erop te wijzen dat niet het college het geëigende kanaal is waarlangs strafbare feiten onderzocht en beoordeeld moeten worden: de officier van justitie en het politieel apparaat hebben tot taak dat te doen. Onze en mijn bezorgdheid richt zich echter op het land dat ligt tussen strafbare feiten en terecht handelen. Het laatste woord is daarover niet gezegd, maar ik ben er niet gerust op en ik baseer mij daarbij op een veelheid van contacten met de nationale woningraad, de districtsverificateur en vertegenwoordigers van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1574