159
12 FEBRUARI 1981
Indien vraag 1 bevestigend wordt beantwoord, bent
U dan niet van mening dat deze situatie ogenblik
kelijk moet worden opgeheven?
Vraag 3.
Is het college bereid die stapnen te ondernemen
welke resulteren in het direct sluiten van genoem
de LPG-installatie? Zo nee, waarom niet?
Vraag 4.
Gezien de onrust die er al aanwezig is in de wijk
en die nu na het ongeluk alleen nog maar is toege
nomen vraag ik U mijn vragen op de kortst mogelij
ke termijn te beantwoorden.
ANTWOORD
Ad 1.
In zijn algemeenheid kan worden gesteld dat aan
de opslag, het gebruik en het vervoer van LPG ri
sico's zijn verbonden. Daaronder valt dus ook een
LPG-installatie ten behoeve van het wegverkeer.
Krachtens de bepalingen van de Hinderwet is zo'n
installatie "Hinderwetplichtig" en behoeft men
voor de oprichting, het in werking brengen en in
werking houden van zo'n inrichting een vergunning.
De Hinderwet beoogt juist de omgeving van zo'n in
richting te beschermen tegen gevaarschade of
hinder
De vergunning ten behoeve van de LPG-installatie
aan de Lunetstraat/Tramsingel is in 1973 verleend.
Deze vergunning is verleend met inachtneming van
de criteria die toen voor dit soort inrichtingen
algemeen werden gehanteerd. Volgens de thans door
ons gehanteerde criteria zouden wij in de gegeven
situatie op een verzoek om vergunning een afwijk
zende beslissing hebben genomen.
Wij zouden daaruit niet direct willen afleiden dat
de betreffende LPG-installatie te grote risico's
oplevert voor de omwonenden.
Een dergelijk oordeel zouden wij eerst durven