12 JANUARI 1981 15 wij per se de parkeergarage niet zien zitten, om dat die dwars staat op de gewenste ontwikkelingen die de raad zelf heeft vastgesteld. Nu kan men zeggen dat dit geen beleidsvisie is, maar ik ben van mening dat het een beleidsvisie is die onge wenste ontwikkelingen, ook buiten de perifere de tailhandel, tegengaat. De heer Van de Steenoven weet, hoe we bezig zijn geweest om iets tot ontwikkeling te brengen voor het stationsvoorplein. Als daar bepaalde ont wikkelingen plaatsvinden, niet alleen stedebouw kundig in hoogte en breedte, maar ook functioneel de heer Van Asseldonk heeft erop gedoeld dan zullen we er iets aan moeten doen en zullen we in driftig gemeen overleg moeten proberen tot het uiterste te gaan om een en ander terug te brengen tot een omvang die in reële verhouding staat tot de besluitvorming van de raad. Dit is het probleem. Ik begrijp wel wat de heer Van de Steenoven be doelt, maar ik zou het vervelend vinden als hij dit college in de schoenen schoof dat er geen be leidsvisie ten aanzien van de binnenstad is, zeker niet voor wat de kwestbare punten betreft. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna con form de voorstellen van burgemeester en wet houders (bijlagen 1 en la) besloten, met in achtneming van de inhoud van bijlage nr. lb. 1. bijlage nr. 375. (gewijzigd exemplaar) VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS M.B.T. HET TE ONTWIKKELEN SPEELBELEID IN DE WOONOM GEVING ("NOTA SPELEN IN DE WOONOMGEVING"). (W) De VOORZITTER: Dit voorstel is in december al in de raad aan de orde geweest. U zult zich herin neren dat de eerste termijn van de raad was afge sloten en u zult zich bovenal herinneren dat wij over de formulering van het door burgemeester en wethouders voorgestelde besluit enig verschil van inzicht hadden. Er is u nu een nieuw concept-besluit

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 15