1596 12 NOVEMBER 1981 is het bestaan van het biogas duidelijk geworden. Er is dus nu sprake van een praktische betekenis en wij haken daarop in. Dat is een consistent be leid. De heer GARRITSEN: U had de motie van mij nog niet verworpen en twee weken later las ik in een artikel in het C.D.A.-blad dat u sterk voor alter natieve energiebronnen pleit. Ik vind dat u feite lijk moet zijn en moet aangeven dat u dergelijke moties niet steunt. Wethouder WELSCHEN: In de betogen die zijn gehouden, zijn eigenlijk betrekkelijk weinig vra gen gesteld. Ik denk dat dat komt doordat de ge hele raad in grote lijnen wel weet hoe de situatie is. Stadsverwarming levert in ieder geval op gro tere schaal energiebesparing op maar de kosten en de kwaliteit voor de mensen kunnen beter zijn dan op het ogenblik. Het geheel vertoont, zoals ook uit onderzoeken van de consumentenbond blijkt, nogal wat haperingen en vandaar dat er bij de be woners, wanneer het om de invoering van stadsver warming gaat, dikwijls enige schuchterheid blijkt te zijn. Wij onderschrijven van onze kant dat er op dit ogenblik twijfels liggen. De wijze waarop wij het voorgestelde besluit hebben geformuleerd, houdt daarmee verband. Aanvaardt de raad dit be sluit, dan spreekt hij uit dat hij in principe doortrekking wenst, maar dat hij dat afhankelijk maakt van twee voorwaarden. De eerste voorwaarde is dat de rentabiliteit en de financiële risico's voor de stad duidelijk worden afgedekt en de twee de voorwaarde is dat er aan de bewoners een duide lijk "plaatje" kan worden voorgelegd waaruit blijkt dat de kosten en het comfort voor de bewo ners in overeenstemming zijn met wat in deze tijd mag worden verwacht. Kosten en comfort moeten ze ker vergelijkbaar zijn met kosten en comfort van individuele centrale verwarming.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1596