1598 12 NOVEMBER 1981 ik toezeggen dat we over de mogelijkheden die er op dat ogenblik liggen, informatie zullen ver schaffen, maar dat zal geen afgewogen geheel zijn dat men uiteindelijk gemakkelijk in de besluitvor ming kan laten meewegen. Ik ben bang dat er ook op dat ogenblik nog erg veel onzekerheden zullen zijn. De heer Dreef heeft een aantal algemene en soms redelijk harde dingen gezegd. De afspraken met derden zullen, zo heeft hij gezegd, keihard moeten zijn ik neem aan dat het hier om de P.N.E.M.NEOM en het ministerie van Economische Zaken gaat en de bewoners zullen een heel dui delijk beeld van de situatie moeten hebben. De heer Dreef onderschrijft op dit punt eigenlijk de opvatting van de andere raadsleden die hierover hebben gesproken. Een andere algemene opmerking van de heer Dreef was dat de sfeer tussen bewoners en gemeente moet verbeteren, omdat het op de hui dige manier niet kan doorgaan. Ik ben dit met hem eens. De afgelopen maand heb ik over dit onderwerp erg veel contacten met allerlei bewonerscomité1s gehad en ik heb niet de indruk dat we al een punt hebben bereikt waarop we een duidelijke lijn kun nen signaleren. Ik bezin mij dan ook op voorstel len om tot een structurele verbetering te komen, want de manier waarop de contacten op het ogenblik verlopen is niet optimaal. Ook een brief van een aantal comité's waarin voor uitstel wordt gepleit, wijst in die richting. We zullen moeten proberen de relatie verder te verduidelijken. De heer Garritsen heeft alle bekende knel punten genoemd. Ik hoef hem naar ik meen slechts op één punt te antwoorden. Ik wijs hem erop dat bij de inspraakprocedure externe deskundigen van buiten Breda zullen worden ingeschakeld, bijvoor beeld van de consumentenbond, die eerder in dis cussie is geweest en die ook bij de VESTIN de gang van zaken vanuit consumentenoogpunt volgt. Aangezien met dergelijke deskundigen zal worden gewerkt, zal naar ik verwacht een duidelijk

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1598