12 NOVEMBER 1981 1615 standpunt. In het recente en misschien ook in het wat verdere verleden zijn, al dan niet binnen de bevoegdheden van het EnWa-bedrijfad-hoc-oplos- singen gecreëerd om de meest schrijnende excessen glad te strijken. Met name deze wijze van optreden heeft erg veel wantrouwen en irritatie gewekt. Speciaal met het oog op de komst van de stadsver warming zal er rekening mee moeten worden gehouden dat de bewoners bijzonder wantrouwend staan tegen over dit soort eenzijdige aanpassingen en intro ducties. De ad-hoc-oplossingen hebben op hun beurt opnieuw irritatie gewekt. Een kwestie die in feite op uitvoeringsniveau ligt en die ambtelijk had kunnen worden afgedaan, is bij de raad "opgebor reld" omdat men ambtelijk niet tot een adequate oplossing kon komen. In dit verband ben ik van me ning dat het tijdsgebrek dat de raadsleden hebben, hier niet had hoeven te spelen: de discussie is hier terecht gekomen vanwege de omvang en vanwege het feit dat zij niet is opgelost, maar zij hoor de in principe thuis binnen het ambtenarenapparaat omdat zij betrekking had op een onderwerp dat tot de ambtelijke bevoegdheden behoort. Hiermee heb ik aangegeven waar de omissie ligt en hoe het komt dat wij in de raad met deze kwestie worden gecon fronteerd. Dit brengt mij op de bezwaren die ik tegen de aard van de discussie heb. Als we facetten als wantrouwen en irritatie elimineren en ons beperken tot de oorspronkelijke discussie, kunnen we con stateren dat er sprake is van uitputtende tech nische behandelingen, cijfermatige kwesties, be rekeningskwesties, bemeteringskwesties en factu reringskwesties die naar ik aanneem met de nodige deskundigheid zijn onderbouwd, zowel aan de ene als aan de andere zijde, en die een niveau halen waar je als leek-raadslid niet aan toekomt. Ik denk dat ik niets te veel zeg wanneer ik stel dat in zijn algemeenheid de raad niet voor dit soort technische discussies geëquipeerd is. Door het feit dat de zaak ambtelijk niet is afgedaan, wordt

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1615