12 NOVEMBER 1981 1627 Aan de orde is vervolgens voortzetting van de be handeling van: INTERPELLATIE VAN DE HEER DR. H.A. SCHURING INZAKE DE ONTWIKKELING BIJ DE WONINGBOUWVERENIGING SINT LAURENTIUS De VOORZITTER: Volgens het reglement van orde krijgt nu eerst het lid dat de interpellatie heeft gehouden het woord. De heer SCHURING: Ik wil in de eerste plaats de wethouder die namens het college heeft gespro ken, bedanken voor zijn zeer overzichtelijke en duidelijke uiteenzetting over deze toch wel sub tiele zaak. Wij hebben geconstateerd dat het col lege sinds zondagavond bijzonder slagvaardig en voortvarend heeft gehandeld, in een situatie die moeilijk voorzienbaar was. Wij waarderen dat in hoge mate. De C.D.A.-fractie is ook erg blij met het resultaat daarvan. Dit resultaat bestaat uit twee onderdelen, in de eerste plaats de vorming van een interimbestuur en in de tweede plaats een duidelijke opdracht aan dat bestuur. Deze opdracht omvat het herstellen van de vertrouwensrelaties, het opstellen van nieuwe statuten en het nemen van besluiten die de continuïteit van de volkshuisves tingsplannen waarborgen: stuk voor stuk nuttige activiteiten. Het waarborgen van de continuïteit van de volkshuisvestingsplannen is nu juist datge ne waar het om gaat; het is de politieke strekking van de discussie die we hier moeten voeren. We moeten niet toegeven aan de verleiding om ons te gaan vermeien met justitiële aspecten van deze kwestie. De wethouder heeft overigens wèl gezegd dat hij bezorgd blijft. De C.D.A.-fractie deelt deze bezorgdheid van de wethouder. De gemeenteraad deelt met de wethouder ook de verantwoordelijkheid voor de gang van zaken. Welnu, om die verantwoor delijkheid te kunnen waarmaken zou de raad naar onze mening een uitspraak ter ondersteuning van het college moeten doen. Ik heb daarom de eer een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1627