1630 12 NOVEMBER 1981 de direct betrokkenen medewerkers, huurders, comité's en ledenraad tegen hen geen oppositie bestaat. Het is van groot belang dat het college hieraan aandacht besteedt. Een ander punt waarvoor wij speciale aan dacht willen vragen is de taakstelling van het in- terimbestuurwaarover ook de heer Schuring iets heeft gezegd. In het hele gebeuren blijkt de in spraak van groot belang te zijn en wij zijn van mening dat ook op dit punt de inspraak een belang rijke rol moet spelen. Misschien kan in verband met de ingediende motie ook eens worden nagegaan wat in zo'n situatie een gemeentecommissaris voor taak zou kunnen hebben. Dit zou vanuit de motie duidelijk kunnen worden. Wij zouden daarover best willen meedenken, hoewel bij ons natuurlijk de huurders en de gebruikers voorop staan. Wij hebben de informatie die de wethouder over mogelijke malversaties heeft gegeven, als zeer ernstig opgenomen. Het is niet duidelijk wel ke relaties er liggen en dat kan natuurlijk ook niet, want de gemeente heeft te dien aanzien geen verantwoordelijkheid. Overigens moet er, voor het geval dat in dezen de medewerking van college, raad en ambtenaren wordt gevraagd, geen misver stand over bestaan dat wij die zonder meer van zelfsprekend volledig zullen leveren. Voor mijn fractie is dat van belang. De motie van de heer Schuring hebben wij niet mede-ondertekend, omdat bij een interpellatie de eerste verantwoordelijkheid voor dergelijke voor stellen bij de indiener ligt en wij daaraan niets willen afdoen. Overigens zullen wij de motie wèl steunen. Uit de motie leiden wij af dat ook de C.D.A.-fractie vraagtekens gaat zetten bij de rol die het particulier initiatief in al dit soort zaken kan gaan spelen. Wij vinden dat een goede ontwikkeling. Nico Garritsen heeft eerder in deze vergadering iets aan het adres van de V.V.D.-frac tie gezegd; wij denken dat ook in dit verband de geest een beetje uit de fles komt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1630