12 NQYEJVIBEF 1981 1635 constateren, maar het is nog belangrijker dat het zo is. Het gemeentebestuur kan namelijk, afgezien van de verantwoordelijkheden die het heeft en waar ik straks nog op terugkom, wellicht enigermate apaiserend werken, in een vrij hartelijke situatie, ook in het belang dit aan het adres van de heer Crul van de leden. Het grootste vraagstuk en ik ben blij dat de heer Crul dat onderschrijft is dat we de verantwoordelijkheden moeten laten waar ze thuishoren. De verantwoordelijkheden van de raad zijn duidelijk en wat Sint Laurentius zelf betreft: of er nu een interimbestuur of een gewoon bestuur is, de vereniging Sint Laurentius bestaat, en ddar hoort primair, in welke juridische con structie dan ookde verantwoording voor een te voeren en gevoerd beleid thuis. Wij willen dat graag zo laten. De heer Crul heeft volstrekt terecht een cor rectie op mijn betoog in eerste instantie aange bracht. Ik heb twee namen genoemd en daarbij ge zegd: "Wij hebben benoemd." Dat is uiteraard fout. Wij hebben niet te benoemen, wij zijn ingegaan op een formele uitnodiging van de woningbouwvereniging Sint Laurentius, ons eergisteren gedaan, om naast Nieuw-Ginneken en naast de nationale woningraad van onze kant twee kandidaten aan te wijzen. Aan dat verzoek hebben wij voldaan. De genoemde kandi daten zijn bereid een benoeming te aanvaarden en zullen naar ik aanneem op een ordentelijke manier volgens het geldend recht binnen Sint Laurentius benoemd kunnen of moeten worden. De heer GARRITSEN: Is dit verzoek met betrek king tot de twee voorgedragen leden door het col lege of door de wethouder gedaan? Wethouder VAN DUN: Het verzoek is gedaan door Sint Laurentius aan het college De heer GARRITSEN: En was het college unaniem in het besluit de genoemde personen voor te dragen?

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1635