1636 12 NOVEMBER 1981 Wethouder VAN DUN: Het college heeft ik wil daar geen misverstand over laten bestaan in de vrij haastige situatie, nadat we een aantal kan didaten de revue hadden laten passeren, mij een machtiging gegeven. Ik heb die machtiging geïnter preteerd en ik heb vandaag het college medegedeeld welke personen zijn aangezocht. Het college heeft daarover geen verschil van mening. Eén woord over personen. Het is in de raad niet gebruikelijk over personen te spreken en ik geloof dat de door raadsleden gemaakte opmerkingen van een vrij kiese benadering getuigen. Er springt echter één naam uit. Als men zegt dat deze extra activiteiten een zware belasting bij reeds drukke werkzaamheden vormen, heeft men gelijk, maar an derzijds ben ik blij dat er in Breda nog mensen zijn die iets dergelijks op zich kunnen nemen. Wij mogen naar ik meen een gewenst profiel schetsen van degenen die in het interimbestuur gaan functio neren. De betrokkenen zullen slagvaardige bestuurs leden moeten zijn die in korte tijd ontzettend veel kunnen opknappen; zij zullen dus bestuurserva- ring moeten hebben en er blijk van moeten hebben gegeven iets dergelijks aan te kunnen. Bovendien zullen het mensen moeten zijn van wie wij denken dat zij het vertrouwen van het personeel kunnen hebben. Wellicht is het zo dat er te weinig mensen te zwaar worden belast; anderzijds zijn er te veel mensen niet bereid in dit soort situaties maat schappelijke verplichtingen op zich te nemen. Het resultaat van vandaag is niet bereikt door twee telefoontjes en een gesprek met twee mensen: ik ben als een handelsreiziger in woningbouwzaken de boer op geweest, met als gevolg dat ik door de weigering van een aantal mensen teleurgesteld ben en voor de weigering van een aantal mensen begrip heb. Je komt dan terecht bij de mensen die je mis schien wel zou kunnen omschrijven als "de idioten die altijd hun nek willen uitsteken". De heer Crul heeft iets gezegd over de ge meentecommissaris. Vooruitlopend op de motie van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1636