12 NOVE,MBER 1981 1641 het daartoe bevoegd onderzoeksbureau van het de partement van volkshuisvesting. Het gaat hier om een onderzoek in verband met de jaarstukken. Wij hebben met het departement afgesproken dat we van de voortgang en de resultaten van dit onderzoek op de hoogte zullen worden gehouden. 4De ditrictsverificateur van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten stelt een onderzoek in zake de jaarstukken in. Ik heb niets te verbloemen en ik heb hiermee aangegeven welke onderzoekssituaties er zijn. Voor de genoemde onderzoekingen zijn andere instanties verantwoordelijk dan de gemeente. In antwoord op een vraag van de heer Crul heb ik al gezegd dat wij hebben aangeboden alle medewerking aan de on derzoekingen te verlenen; daarover zijn intern af spraken gemaakt. Ik hoop dat er zo snel mogelijk klaarheid komt. De heer Garritsen heeft gevraagd of wij ervan op de hoogte zijn welke aannemers in Breda moge lijk participant zijn in een proces dat het dag licht voorlopig nog niet kan verdragen. Ik heb daarover van de kant van de justitie geen informa tie ontvangen; het zou kunnen zijn dat men daar iets weet. Ook op basis van de andere onderzoeks situaties is mij niets bekend. Er zijn alleen van de kant van de nationale woningraad in de moge- li jkhedensfeer enige namen genoemd, maar het lijkt mij niet prudent om, alvorens schuld en andere dingen vaststaan, ook maar iets te suggereren. Hiermee meen ik zo ruimhartig als mogelijk is de vragen te hebben beantwoord. Ik kan tot slot nog zeggen dat de motie voor het college geen pro blemen oplevert en dat wij gaarne aan het gevraag de zullen voldoen, ook in het kader van de door de heer Crul bedoelde ruime interpretatie van het onderzoek naar wegen om zo veel mogelijk, met res pect voor eigen taakstelling, de vinger bij de wo ningbouwverenigingen aan de pols te houden. De heer SCHURING: Ik heb op mijn vragen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1641