1642
12 NOVEMBER 1981
duidelijke en concrete antwoorden gekregen. Op een
uitlating van de heer Crul wil ik nog nader ingaan.
We zeggen in deze raad natuurlijk allemaal wel
eens iets wat niet al te gelukkig geformuleerd is.
Je moet daarin niet vervelend zijn, maar ik wil
toch alle misverstanden vermijden. Ik wijs de heer
Crul op hetgeen in de motie wordt overwogen. Voor
de realisering van het woningbouwprogramma heb je
de woningbouwverenigingen dringend nodig. Dit ge
tuigt van waardering voor die verenigingen. In de
tweede plaats wijs ik op hetgeen ik namens het
C.D.A. bij de behandeling van de nota volkshuis
vesting heb gezegd: de woningbouwverenigingen
staan in onze beschouwing centraal en hebben vol
ledig het recht hun eigen identiteit te verwezen
lijken. Op vele terreinen van het maatschappelijk
leven geldt dat uitingen die spontaan uit de maat
schappij opkomen "particulier initiatief" vind
ik een nogal ongelukkige term bij het C.D.A.
in de beschouwing centraal staan; ik denk hierbij
aan het onderwijs en het welzijnsbeleid. Op dit
punt mag geen enkel misverstand bestaan.
De heer CRUL: Het punt van de verantwoorde
lijkheid is nog eens uitdrukkelijk op tafel geko
men. Inderdaad moet de verantwoordelijkheid lig
gen waar zij thuis hoort, maar daarnaast is het
natuurlijk wêl zo dat er een stuk morele verant
woordelijkheid bij ons ligt. Hoewel er geen sprake
hoeft te zijn van een feitelijke verantwoordelijk
heid, is het zaak en ik denk dat het ook de be
doeling is de vinger aan de pols te houden. Wij
moeten de gelegenheid hebben in de raad op dingen
in te spelen. Het college zal ons, als daar reden
voor is, die gelegenheid moeten bieden.
Zojuist heb ik gesproken over de zware belas
ting van één van de voorgestelde kandidaten. Het
is inderdaad zo dat in de raad, wanneer er over
personen wordt gesproken, meestal de deuren worden
gesloten, maar de kwestie waar het hier om gaat
stijgt daar toch wel boven uit en moet naar onze