12 NOVE^BE,R 1981 1649 ONDERWIJSGEVENDENvB Mevrouw ELIE-VAN ES: Het is een prima zaak dat de nota deeltijdarbeid in het openbaar onder wijs door dit voorstel wordt aangepast. De tijde lijke aanstelling die onderwijsgevenden moesten aanvaarden als zij in deeltijd wilden werken, wordt door het voorstel omgezet in een vaste aan stelling. Dit is positief, want er was sprake van een duidelijke belemmering. Niet zo positief vinden wij het dat het zo lang heeft geduurd voordat het voorstel in de raad kwam. Wij hebben er al in 1980 herhaalde ma len om gevraagd. Verder wijs ik erop dat er in het voorstel nog steeds op twee punten een voorbehoud wordt gemaakt. Schoolleiders (-sters) in kleuter-, lager en buitengewoon onderwijs en onderwijsgeven den in het buitengewoon onderwijs hebben nog steeds geen mogelijkheid om in deeltijd te gaan werken. In het voorstel staat dat er wat deze pun ten betreft overleg zal worden gepleegd met de schoolteams, de oudercommissies en de gemeenschap pelijke schoolraad. Wij willen de wethouder vragen dit overleg zo vlug mogelijk op gang te brengen en met voorstellen naar de raad te komen. Hopelijk zal dit voorstel deeltijdarbeid in het openbaar onderwijs bevorderen en kan het een voorbeeldfunctie hebben voor het bijzonder onder wijs. De heer GIELEN: Wij zijn het met de opmerkin gen van mevrouw Elie niet helemaal eens. Wij vin den dat het belang van het kind bij het kleuter en het lager onderwijs zó zwaar moet wegen, dat je bij iedere deeltijdbaan moet beoordelen welke pro blemen zich met betrekking tot de kinderen op de school zouden kunnen voordoen. Naar onze mening moet er goed overleg worden gepleegd om uit te ma ken wanneer deeltijdarbeid mogelijk is. Mevrouw ELIE-VAN ESVolgens het voorstel zal

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1649