12 NOVEMBER 1981
1663
buiten mijn competentie ligt.
Mijnheer Hendriksen. U sluit, zoals u zelf
al zei, een periode af van ongeveer zeven jaar
waarin u zich hebt ingezet voor de Bredase gemeen
schap als lid van deze gemeenteraad. Als ik het
over inzet heb, meen ik namens deze raad gerust
te mogen zeggen dat uw inzet groot was. Uw betrok
kenheid bij de problemen in onze stad was groot.
U ging de problemen niet uit de weg en u aarzelde
evenmin de koe bij de horens te vatten als u meen
de dit te moeten doen. U ging ook de discussie
niet uit de weg en u kon in goed gekozen woorden
we hebben dat zojuist nog kunnen ervaren
datgene in de discussie inbrengen wat u meende te
moeten zeggen. Uw betrokkenheid was zó groot, dat
u talloze keren interrupties plaatste en soms in
dermate grote hoeveelheid dat de voorzitter van
deze raad het nodig vond de spreker die u inter
rumpeerde in bescherming te nemen, opdat deze zijn
inbreng in de discussie ongestoord kon voortzetten.
Persoonlijk herinner ik mij nog diverse interrup
ties uwerzijds bij de enige raadsvergadering die
buiten deze zaal plaatsvond, namelijk de vergade
ring in Het Turfschip over de 86 binnenstadsbe-
sluiten, toen ik aan het woord was. U slaagde er
bijna in mij zodanig te interrumperen dat ik de
draad van mijn verhaal kwijtraakte, wat overigens
toch niet gelukte.
Door deze inzet uwerzijds meen ik te mogen
zeggen dat wij u in deze raad toch zullen missen.
U kon discussiëren op het scherp van de snede en
ontging hiervan ook niet de consequenties. Ik wil
zeker niets afdoen aan de kwaliteiten van uw op
volger, maar de wijze waarop u functioneerde zal
voor uw opvolger moeilijk te evenaren zijn. U bent
een markante figuur. Uw forse baard en uw snor
droegen hiertoe zeker bijhoewel ik op een zeker
moment constateerde dat wilde haren hier let
terlijk bedoeld gaandeweg een meer geordende
aanblik boden. Zelfs waren ze op een gegeven ogen
blik zódanig gekortwiekt, dat dit mij de opmerking