1670
17 NOVEMBER 1981
zullen uw voorstel dan ook onverkort ondersteunen.
Mevrouw VAN ROOIJ-VAN DEN HEUVEL: Ik zei al
in de commissie dat over stadsvernieuwing hele bi
bliotheken vol zijn geschreven. Waarom? Misschien
wel omdat stadsvernieuwing zoals wij die in Breda
kennen -maar hier niet alleen, het probleem speelt
zelfs in het buitenland- moet worden gezien als
een integraal proces dat projectmatig dient te
worden aangepakt. Dat vereist een nieuwe structuur
die het sterk vertakte net van het stadsvernieu
wingsproces moet begeleiden. Geen eigenstandig
verticale, maar een horizontale benadering dus,
dwars door alle portefeuilles heen. Het zal duide
lijk zijn dat dit niet alleen een nieuwe instel
ling van alle betrokkenen vereist, maar ook nieu
we kaders waar binnen dit proces zich zal kunnen
voltrekken.
Dit proces is geen verhaaltje met een begin,
een midden en een mogelijke "happy ending". Te
recht is hier dan ook sprake van een "interimnota",
een "momentopname". Wel kan worden geconstateerd
dat wij met deze nota en het bijbehorend preadvies
een kader scheppen en de middelen aanwenden om de
stadsvernieuwing in Breda op alle fronten aan te
pakken. Het is een goede zaak dat die middelen in
het fonds stadsvernieuwing bijeen worden gebracht,
hetgeen overigens in de komende wet op de stads
vernieuwing vereist wordt. Vervolgens gaat u zich
richten op buurtbegrotingen -het "werkkapitaal"-
waardoor financiële initiatieven van de gemeente
mogelijk zijn. U gaat dit doen aan de hand van
spoorboekjes en ook dat lijkt ons een goede zaak,
omdat hierdoor duidelijke kaders worden geschapen
waarbinnen de stadsvernieuwing zich zal kunnen
voltrekken. Het is jammer dat die spoorboekjes er
nu nog niet zijn, zodat een volledig inzicht ont
breekt. Wij zullen hierop bij de begrotingsbehan
deling terugkomen. Nu willen wij echter reeds op
merken dat de methodiek ons buitengewoon aan
spreekt.