17 NOVEMBER 1981
1671
Stadsvernieuwing staat of valt met de bege
leiding; wij hebben dat kunnen constateren in de
Spoorbuurt, waar het proces o.a. niet op gang kwam
door het ontbreken van een opbouwwerker. Wij be
grijpen dat de bewoners daar ontmoedigd raken, om
dat wij nu al vele jaren in de Spoorbuurt bezig
zijn zonder dat zij een tastbaar resultaat zien.
Wij hopen dat zij kunnen begrijpen dat de Spoor-
buurt-West, die nog steeds de hoogste prioriteit
heeft, ook een leerproces voor de gemeente heeft
betekend. Ik wil hiermee overigens niet stellen,
dat er nu niet binnen zeer afzienbare tijd huizen
in de Spoorbuurt moeten komen.
Als wij spreken over stadsvernieuwing, denken
we aan alle relaties met wonen en bedrijvigheid,
het opknappen van particulier woningbezit, het
restaureren van woonhuis-monumenten en het aan-
schrijvingsbeleid. Al deze onderdelen krijgen een
plaats in de nota en u stelt financiële middelen
beschikbaar om er daadwerkelijk ernst mee te maken.
Hoe belangrijk uw college de inzet van het
opbouwwerk vindt, blijkt uit het afzonderen uit
het budget wonen van een bedrag ten behoeve van
het aanstellen van een opbouwwerker. Het doet ons
deugd dat de wethouder overeenstemming heeft be
reikt met de BWOB en het IMW, die in principe be
reid zijn tot herschikking.
De heer GARRITSEN: Mag ik vragen of mevrouw
Van Rooij kennis heeft genomen van de brief van
de BWOB? Wat zij nu meedeelt kan daaruit niet wor
den opgemaakt
Mevrouw VAN ROOIJ-VAN DEN HEUVEL: Ik haal
daar uit precies wat ik zeg, namelijk dat er een
principe-overeenstemming over herschikking be
staat.
Jammer blijft dat het welzijnsplan achter
loopt op het stadsvernieuwingsplan, zoals ik in
de commissie vernam.
De participatie van de bewoners is zeer