17 NOVEMBER 1981 1673 onooglijk parkeerterrein dat vanwege zijn sterk verkeersaantrekkend karakter veel verkeersoverlast bezorgt aan de bewoners van de directe omgeving. Het levert de eigenaar van de meeste terreinen al daar de mogelijkheid op, zijn speculatie-objecten winstgevend te exploiteren, maar dat is dan ook het enige voordeel van het huidige gebruik. Als de overheid niets aan dit gebied doet, blijft voor de grondeigenaar een gunstige situatie bestaanmaar voor de omwonenden een zeer ongunstige situatie. Daarom moet de gemeente mijns inziens met spoed in overleg treden met de omwonenden en met de win keliers, teneinde een bestemmingsplan te gaan ont wikkelen. Daarbij mag niet opnieuw eindeloos met de grondeigenaar worden gesproken om tot overeen stemming te komen; dit zal erg moeilijk zijn, ge zien het belang dat de huidige eigenaar heeft bij handhaving van de bestaande functie van het ge bied. Er moet daadwerkelijk worden opgetreden en natuurlijk mag ook de grondeigenaar in het gesprek worden betrokken, maar de overheid dient er nu al lereerst naar te streven om in samenspraak met de omwonenden tot een goed plan te komen. Eén van de oude voornemens van de raad had betrekking op het realiseren van een parkeergara ge in dit gebied. Gezien de gewijzigde economi sche situatie zal moeten worden bezien, of zojn parkeergarage nog wel nodig is. Wij handhaven on ze in het verleden tegen de parkeergarage uitge sproken bezwaren op grond van de door zo1n garage veroorzaakte verkeersoverlast, vanwege onze twij fel aan de rentabiliteit en gezien de principiële voorrang die wij aan het openbaar vervoer willen geven. De laatste tijd duikt echter een nieuw ar gument op, namelijk de invloed van goede parkeer gelegenheid, gelegen dichtbij de winkelstraten, op de pluriformiteit van het winkelaanbod. De toena me van het bezoekersaantal in het winkelhart van onze stad leidt tot zeer hoge huren. De vorige week bereikte mij nog een brief van één van de winkeliers, waarin hij het probleem voorlegde dat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1673