17 NOVEMBER 1981
1677
worden verondersteld. Wij zijn in de eerste plaats
van mening dat de mensen helemaal niet met de auto
naar het winkelcentrum zouden moeten komen
De heer TEN WOLDE: Dat was mijn vraag niet.
Ik heb gevraagd, op welke wijze u het parkeerpro
bleem in de binnenstad denkt op te lossen.
De heer VAN DE STEENOVEN: Als u niet wilt
luisteren naar onze opvatting over het vervoerpro
bleem, heeft het weinig zin hier verder op in te
gaan. Ik zeg nogmaals dat wij in de eerste plaats
van opvatting zijn dat de mensen met openbaar ver
voer naar het winkelcentrum zouden moeten komen.
Mensen, die toch de auto willen nemen, kunnen ge
bruik maken van de bestaande voorzieningen die nog
helemaal niet rendabel draaien, zoals b.v. de ga
rages in de Mr. Dr. Frederikstraat en op de Hout
markt. In een afweging van enerzijds verkeersover
last en anderzijds het feit dat de mensen een eind
je van de parkeerplaats naar de winkels zullen
moeten lopen, prefereren wij het laatste. Wij zien
liever dat de mensen een eindje moeten lopen naar
de winkels in een leefbare binnenstad, dan par
keergarages midden in de stad.
De heer TEN WOLDE: Ik zal nog één keer pro
beren de heer Van de Steenoven te overtuigen. In
de commissie is nadrukkelijk gezegd dat, als wij
niet enige parkeercapaciteit in de binnenstad rea
liseren, dit betekent dat ofwel de randen van de
singels of de woonwijken vlakbij die singels met
een grote parkeeroverlast zullen worden geconfron
teerd. Daarom hebben wij voor de gehele binnenstad
parkeervergunningen ingesteld alsmede een aanvul
lende capaciteit van de parkeergarage, hetgeen er
toe zal moeten leiden dat het aantal vrije par
keerplaatsen in de binnenstad afneemt en dat daar
door de rentabiliteit van de parkeergarages toe
neemt.