1692 17 NOVEMBER 1981 feite geconstateerd worden dat de gemeentelijke overheid het BBOB-plan doorkruist met haar wijze van handelen. Men kan natuurlijk best van mening verschillen, maar mijns inziens dient een gemeen telijke overheid daarbij wel te werk te gaan op een wijze, die bestuurlijk verantwoord is. Als men het met zo'n nota, waarvan men weet dat er vele groepen langdurig mee bezig zijn geweest, niet eens is dient men naar mijn mening indringend overleg te plegen met de betrokken groeperingen waarbij zij de tijd krijgen om hun visies op het gemeentelijk beleid kenbaar te maken, in plaats van -zoals het nu gebeurt- in feite lak aan de nota te hebben en gewoon op een andere wijze het opbouwwerk in de binnenstad te gaan realiseren. Het kwam mij dan ook nogal merkwaardig voor dat mevrouw Van Rooij van het CDA in dezen van een ze kere mate van overeenstemming sprak. In het ad vies van de stichting BWOB wordt heel duidelijk om intrekking van punt 21 van het preadvies ge vraagd en ik kan mij daarbij aansluiten. Over de vereniging in de ontwikkeling binnen de gemeente naar aanleiding van het stadsvernieu wingsbeleid nog het volgende. Er wordt gesproken over spoorboekjes die er nog niet zijn en over buurtbegrotingen, maar het komt er in feite op neer dat deze zaken door het college worden vast gesteld, dat men daarmee de wijk in gaat, dat het college de gelden gaat verdelen en dat de bevol king er niet bij wordt betrokken. De situatie, waarin men binnen een bepaalde marge een stuk be leid in de eigen buurt mag gaan voeren, betekent een verenging, een afbakening die in mijn ogen niet goed kan zijn, met name gezien de wijze waar op een en ander wordt gerealiseerd. Ik denk dat wij de bevolking bij de voorbereidende fase moeten betrekken, maar dat gebeurt thans beslist niet. Wat de verdeling over een aantal wijken betreft zegt het college in feite "zoek het zelf maar uit" en zeker in het kader van de bezuinigingen, die op ons af komen, is dat een uitermate slechte

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1692