1698 17 NOVEMBER 1981 dit proces te maken hebben, nadrukkelijker bijeen te brengen. Een apart vraagstuk is het opbouwwerk dat specifiek tot de portefeuille van wethouder Pau- lussen behoort. Voor zover het stadsvernieuwings proces onder mijn primaire verantwoordelijkheid te maken heeft met de ondersteuning van partici perende bewoners, is daarbij inderdaad opbouwwerk nodig. Ik kan niet blind zijn voor problemen die collega's in dit college met deze materie hebben, maar mijn standpunt is dat welke oplossing ook nooit frustrerend mag werken met betrekking tot de besluitvorming waartoe de raad vanavond wordt uit genodigd. Ik ben het te dien aanzien geheel met wethouder Paulussen eens en ik neem aan dat zij de specifieke beantwoording op dit punt voor haar re kening zal nemen. Wat betreft het gebied Beijerd/Vlaszak mogen wij ons gelukkig prijzen dat er een integraal, af gerond voorstel op tafel ligt met betrekking tot de bebouwing van deze vitale plaats in onze bin nenstad. Ik denk dat wij bovendien -zie de behan deling van de nota volkshuisvesting en het bouw programma- gelukkig moeten zijn met de differen tiatie in de woonbebouwing ter plaatse. Verwezen zij naar de discussie van een aantal jaren geleden in het kader van de sanering van het grondbedrijf B, waarbij is gesteld dat wij niet alleen functio neel maar ook ten aanzien van de exploitatie van het plan Beijerd/Vlaszak een aantal functies moe ten opnemen, welke baten opleveren die het reali seren van onze wensen mogelijk maken. Het is goed dat wij in dit verband ook aandacht schenken aan de parkeersituatie; ik kom hier bij de beoordeling van de moties op terug. Een meer of minder belangrijk punt in de ge hele materie is de discussie, die de heer Van de Steenoven in de commissie uitlokte met betrekking tot de parkeersituatie. Als in de uitgangspunten van de raad is vastgesteld dat er een parkeergara ge komt en als men die parkeergarage in en uit wil

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1698