1700 17 NOVEMBER 1981 boeken volgeschreven en uren volgepraat. Ik vraag begrip van de raad, want wij zitten met een struc tuurplan-besluit en wij trachten bestemmingsplan nen te maken voor een bijzonder moeilijk en com plex terrein, dat nog niet voor de helft eigendom van de gemeente is. Dat betekent dat wij met par ticulieren in eigendomssituaties worden geconfron teerd en dat wij met dit particulier eigendom re kening zullen moeten houden. Dit moet er echter niet toe leiden dat wij met een theoretisch be stemmingsplan komen met een exploitatie-opzet waarop tekorten ad 3 a 5 miljoen voorkomen. Men moet beseffen dat aan de nota stadsvernieuwing een financieel plaatje ten grondslag ligt, waar bij de raad de prioriteiten stelt en dat in die prioriteitstelling het gebied Achter de Lange Stallen niet voorkomt. Ik durf collega Van Banning niet aan te kijken -en als ik dat deed, zou het toch niet helpen- want er is doodeenvoudig niet meer geld in de pot, dus wij zullen de tering naar de nering moeten zetten en wij zullen moeten be zien of -en zo ja, wat- wij iets aan het gebied willen doen. Dit betekent een functionele invul ling in het geheel, met als eindresultaat dat er géén extra aanslag wordt gepleegd op de gelden die wij voor wonen in het kader van de stadsvernieu wing hebben bestemd. De door de PvdA-fractie ingediende moties zijn hedenmorgen in het college aan de orde ge weest. In de motie m.b.t. het gebied Achter de Lange Stallen staat dat er met spoed een bestem mingsplan moet komen. Daarmee ben ik het eens. Ik wijs er nogmaals op dat onzerzijds is toegezegd dat een procedure gestart zal worden, waarin over leg gevoerd zal worden met een ieder die zich bij dat gebied betrokken weet, waarbij gedacht wordt aan o.a. de Vereniging Leefbaarheid, de winkeliers en Mols. Wij zullen een structuur opzetten waarin wij met elkaar praten over hetgeen op zinvolle en verantwoorde wijze, met een redelijke exploitatie, kan worden ingevuld en dat betekent dat wij moeten

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1700