17 NOVEMBER 1981 1707 anderzijds de geluidsoverlast welke de garage zou gaan opleveren. De wethouder heeft gezegd dat een parkeergarage altijd een ingang nodig heeft en dus ook altijd overlast zal geven, maar dat vind ik toch wel wat te gemakkelijk gesteld. Een ingang aan b.v. de Claudius Prinsenlaan zou betekenen dat de verkeers-toestroom niet door de buurt rond de Wilhelminafontein, maar veeleer over de singels of rechtstreeks over de Claudius Prinsenlaan zou plaatsvinden, waardoor de woningen die in het Beij- erd/Vlaszak-gebied gebouwd gaan worden veel minder hinder zouden ondervinden. De reden dat men de in gang daar niet heeft gepland moet voornamelijk ge zocht worden in de vreesdat de mensen de garage dan niet zullen gaan gebruiken, in die zin dat de ingang zich dan vlak bij een bestaand, niets kos tend parkeerterrein zou bevinden. De rentabiliteit is dus met het onderhavige besluit verweven en re kening houdend met de bezwaren die wij toch al te gen de parkeergarage hebben, hebben wij voorgesteld om, zolang wij toch nog niets kunnen doen omdat het krediet pas bij de begrotingsbehandeling wordt gevoteerd, eerst nog eens wat nieuwe informatie te bezien en na te gaan wat de mogelijkheden zijn om de verkeersoverlast te beperken. Het is de inten tie van onze motie dat dit bespreekbaar wordt ge maakt en ik vind het dan ook merkwaardig dat de motie op deze wijze door het college wordt afge daan. Vooralsnog handhaven wij onze motie ongewij zigd Wat het gebied Achter de Lange Stallen betreft verbaast het mij, dat nu toch weer zo duidelijk wordt vastgehouden aan de invulling in overleg met Mols en dat bovendien de parkeergarage zo duide lijk boven water wordt gehouden. Er zijn allerlei bezwaren tegen die parkeergarage in te brengen; ook binnen de gemeente begint men er aan te twij felen of de garage nog wel nodig en rendabel is. Weigert men nu alleen om op in het verleden inge nomen standpunten terug te komen en veroorzaakt men daardoor niet opnieuw eindeloze gesprekken met

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1707